Honderden jaren was meekrap een belangrijk Zeeuws landbouwgewas. De wortels van deze plant worden gebruikt voor het rood verven van textiel en het maken van kraplakverf. Aan het einde van de negentiende eeuw verdwijnt de teelt na de uitvinding van synthetisch pigment, dat veel sneller en goedkoper te produceren is dan de arbeidsintensieve meekrap. ... meer lezen
In de tentoonstelling Krap en Klei staat de historische meekrapcultuur op Schouwen-Duiveland centraal. Janneke Kornet onderzocht de relatie tussen meekrap en aarde in drie fasen: de teelt, de verwerking en de keuring van meekrap. De aarde die ervoor zorgt dat de meekrapplant kan groeien, dient na het delven zo grondig mogelijk te worden verwijderd. Per kwaliteit was vastgesteld hoeveel procent aarde de meekrap mocht bevatten. Dit werd getest door de keurmeesters in het stadhuis van Zierikzee, de locatie van de tentoonstelling.
Binnen de meestoof, het gebouw waarin de meekrap werd verwerkt tot verfstof, zorgden vrouwen (en jongens) voor het transport. In het textielwerk ‘Op- en afdoeners’ is een plattegrond van een meestoof te zien met daarin geborduurd de looplijnen die zij met de wortels aflegden. Na iedere handeling die wordt verricht aan de meekrap verandert de draad van kleur. De verschillende kleuren garen bevatten allen meekrap.
Fotografie: Vince van der Heijden en Eric Bontekoe
Mede mogelijk gemaakt door: Stichting Renesse, Cultuurfonds Zeelandia, Zeeuws Archief en Museumboerderij Goemanszorg
digitale print op katoen, wol draden in diverse tinten meekrap – 140 x 325 cm – Stadhuismuseum Zierikzee – 2023